woensdag, mei 31, 2006

De woorden voorbij
















maandag, mei 29, 2006

Zo


‘Ik ben zo niet’, had ik gezegd.

We liepen langs de mediterrane kust, de zon op haar laatste benen. Het was een weerzien van oude bekenden. Een gesprek als de korte samenvatting van het afgelopen leven.

Ook de liefde passeerde de revue, daar bij die langzaam verdwijnende zon. Natuurlijk passeerde de liefde de revue. Dat eeuwig boeiende onderwerp. Dankbaar ook. Iedereen heeft steeds wel een mening, een goede raad, een gratis analyse. Ook al heeft niemand een flauw benul. Maar misschien, weet je. Waarschijnlijk is het. Of wellicht komt het omdat.

Hij suggereerde me een meer liberale houding aan te nemen in de liefde. Wat rondkijken hier en daar. Snuisteren in de winkel van de liefde. In het rek ‘nieuwe collectie’ sneller iets uitkiezen, aanpassen en kijken of het mij stond. En terughangen zo het kleedje knelde.

‘Ik ben zo niet’, zei ik dus.

‘Ach’, was zijn laconieke antwoord, ‘mensen zijn zoveel niet’. Wat volgde was een verhaal over hoe hij, nu een zeer sociaal iemand, tijdens zijn studententijd niets dan een computer nodig had gehad. Verstoken was geweest van sociaal contact. Ik kon het me haast niet voorstellen. Deze praatvaar? Deze humorist? Deze zeer onderhoudende causeur?

Nu, een maand later speelt deze zin nog steeds door mijn hoofd. Hoe 'zo' is een mens?

Niet dat ik ondertussen aan het shoppen ben gegaan.

zondag, mei 21, 2006

Tourista – le diarrhée du voyageur


Gisteren had ik het nog stoer beweerd. Ik, ik eet alles en let nergens op. Ik had naar hout in mijn onmiddellijke nabijheid gezocht, maar niet gevonden. Had ook mijn binnensmonds gegrinnik proberen verstoppen toen collega D. netjes haar handen had ontsmet voor het eten. Hij straft onmiddellijk, zoveel is zeker.

Het vormt een schril contrast met de ogenschijnlijke steriliteit van deze reis. De steriliteit van torenhoge luxehotels, de steriele aaneenrijging van geairconditioneerde vertrekken. Van hotel naar taxi naar shopping mall naar auto naar restaurant naar hotel. Alsof we tijdelijk leven in een cocon, afgeschermd van de broeierige doch uitputtende tropische hitte, de verstikkende uitlaatgassen, het onaflaatbare geroezemoes van een overbevolkte miljoenenstad en zijn schrijnende armoede. Wat je niet ziet is er niet. De kracht van een idee, zoals het katoenen lapje dat men hier voor de mond hangt bij het motorrijden om zich tegen de schadelijke uitlaatgassen te beschermen.

Heel af en toe slaat de werkelijkheid je in je gezicht. ‘Madam please’. Een vertederend kind dat op dit uur van de avond netjes gewassen in bed hoort, of misschien nog net in de zetel voor dat laatste T.V. programma – vooruit, voor een keer dan - kijkt je met donkere kijkers recht in de ogen. Je eerste impuls is het kind bij de hand te nemen, te ontvoeren naar je hotelkamer, te wassen, te voeden, te knuffelen, dan uit winkelen te nemen - een schattig jurkje, bijpassende schoenen, - om dan samen, hand in hand, een ijsje te likken.

Je glimlacht wrang in het besef dat de balans te verstoord is om met een paar rupia terug in evenwicht te brengen. Daar loop je alweer verder. Op naar het volgende airco-station.

donderdag, mei 18, 2006

pakkans


op het puntje van mijn tong
lagen worden woorden woorden
kiezen moest ik wel en snel
voor ze vlogen naar ijler’ oorden

dus vroeg ik Hem om te bevriezen
het nu - van voor en na ontdaan –
zodat ik geeneen en moest verliezen
en in alle rust kon schrijven gaan

vrijdag, mei 05, 2006

Elk nadeel heb zijn voordeel


Ze was zo hard bezig hem te missen dat ze al haar zorgen vergat.