Kentering van een voornemen
Het druiste compleet in tegen voornemen 7 van de nieuwjaarslijst, maar aan de lokroep van een boek over liefde, passie én de vergankelijkheid van gevoelens kon ik met de beste wil van de wereld niet weerstaan. Tel daar bij op het feit dat de tip kwam van een nieuw verworven vriend – na de zin ‘Mag ik je wat vragen, wil jij vrienden met me worden?’ waren een handdruk en een verlegen glimlach gevolgd - en ik was helemaal verloren. Het boek kon niet snel genoeg in mijn bezit zijn.
Sàndor Màrai’s ‘Kentering van een huwelijk’ is alles wat ik ervan verwachtte. Eigenlijk een boek om tergend traag te lezen. Zin voor zin. Bij het punt gekomen, het boek in de schoot leggen en minutenlang, of zo lang nodig, voor je uit of naar het plafond staren, met het boek in de hand verdwalen in jezelf, zwerven langs vroeger verdriet en vergeelde vreugde. Maar dit boek lees ik hongerig en gulzig. Terwijl ik onderga hoe de schrijver bijt en troost tegelijkertijd, stuwen zijn zinnen me verder naar de volgende bladzijde, naar het volgende ‘zo-is-het’-moment. Want zo is grote literatuur, in staat dàt te verwoorden waarvan we tot dan niet wisten dat we het eigenlijk altijd al geweten hadden.