woensdag, augustus 22, 2007

haiku (3)

koppig groeit het gras
dwars door koud en grijs beton
steeds op zoek naar zon

woensdag, augustus 08, 2007

Clair-obscur

Collega: De laatste van de Editors al gehoord?
Ik: Ja, ferm. En Interpol, die is ook schitterend!
Collega: Ja, vind ik ook goed, al vind ik de Editors wel beter, want ... (zoekt naar zijn woorden)
Ik: Hmm, ik vind Interpol eigenlijk beter, omdat ... (zoek naar mijn woorden)
Collega: Wel, ik vind Interpol zo donker.
Ik: Precies.

24

00.48 Ik schrik van het late uur, maar dan ook weer niet want ik vecht al een aantal bladzijden tegen de slaap. Verdraaide Potter. Het licht gaat uit en ik bedenk me dat ‘occlumency’ best een handige eigenschap moet zijn om allerhande ongewenste gedachten weg te houden.

08.00 De wekker gaat een eerste maal.

9.30 Mijn fiets staat tegen een verkeerslicht. Ergens luidt een kerkklok terwijl ik mijn band oppomp, de tweede keer al die dag. Een vrouw met kind op fiets me voorbij en kijkt me glimlachend aan.

10.46 Ik wacht tot collega C. naar een ander lokaal vertrekt om stiekum blogger te openen.

12.50 Op het gelijkvloers ga ik op zoek naar échte koffie - wat het Nescafé-automaat op onze gang produceert is de naam 'koffie' niet eens waard - en loop nadien het krantenwinkeltje binnen. 'Harry dood', lees ik op een krant die dubbelgevouwen in het rek steekt. Ik kan niet zien of er een vraagteken, punt of uitroepteken volgt.

17.25 Ik klik en tik wat in het rond. Wat email, internet tussendoor, een document hier en daar. Potter is een held, denk ik. Hij doet wat moet gedaan, ook al is hij bang en twijfelt hij over de te volgen weg. Duizenden, nee, miljoenen, hijsen zich elke dag opnieuw het bed uit om te beginnen aan alweer een dag van doen wat zij moeten doen, ook al zijn ze bang en twijfelen ze over de te volgen weg. Zijn dit de mindere helden? Niet in mijn ogen. Misschien vraagt dit zelfs meer moed. Al betwijfel ik of iemand daar ooit een boek aan zal wijden.

18.50 Ik fiets terug naar huis, al voelt de kale tweekamerflat die ik huur in Utrecht niet echt als thuis. Ik neem de lange weg, zodat ik een stuk door het bos rijd. Ik krijg het gevoel dat ik op vakantie ben. Dat gevoel duurt vijf minuten.

23.36 Ik weet het nu. Ik sla het boek dicht, veeg de tranen uit mijn ogen en ga slapen.