Overboord
Ik heb de woorden overboord gegooid.
Er was geen twijfel in mijn gemoed. Wat moet een mens met woorden, zij schieten zo tekort. Slechts bij machte te benaderen, louter indirect te raken. Slechts schaduwen op de muur. Louter cirkel, nooit het punt. ‘Ik voel’ zeggen en niet het voelen. Of 'ik ben', nooit het zijn.
Alleen bij de troetelwoorden hield ik halt. Overwoog ik even ze te bewaren, als relikwie van hoe het leven ooit wel was. Maar bij het behoudzaam uitspreken van amper een handvol van de liefste woorden, was ik des te meer van mijn missie overtuigd.
Het woord ‘lieveling’, bijvoorbeeld, zelfs op zijn zachts gefluisterd, bleek onherroepelijk te klein.
<< Home