de stand der zinnen
in proza wou ik denken
met strak gestreken zinnen
de werkelijkheid verzinnen,
als was het voor het eerst
patronen snijden uit karton,
de tafel, een stoel, de avondzon
en het gestage tikken van de tijd
op dit baksteenrood tapijt
maar telkens weer verdicht mijn taal
komt al verzet als steeds te laat:
ik denk in rijm, in tierlantijn,
mijn zinnen weigeren gestreken te zijn.
<< Home