Woestijn in eigen land
Ik dacht dat het niet mogelijk was, om in dit volgebouwde land nog leegte te vinden. Plekken verstoken van de mens en zijn sporen. Waar de eigen adem en gedachten het overheersend geluid zouden zijn. Bergen zijn er niet, de kust verwordt langzaam tot een strook beton en bossen zijn vaak een uit de hand gelopen hondentoilet. En een ticket Tunesie leek me er nu net over.
Vrijdagavond vertrokken S. en ik op weekendtrip, zonder duidelijk doel. Eerst deden we ons nog eens te goed aan een waarlijk gastronomisch maal. Daarna trokken we verder landinwaarts, de nacht in. De radio stond op hard en wij wàren Thelma en Louise -- maar dan zonder Pitt. We strandden in Luik, waar het ontvangst allerhartelijkst was. (‘Wat drink je’ vroeg de waard. ‘Water’. Exit Thelma & Louise).
De volgende dag liepen wij in de Hoge Venen de leegte in. Hier en daar passeerde ons een verdwaalde Hollander, maar verder was er opvallend veel niets. (Liever nog was ik er alleen geweest. Hoe meer weg van alles hoe liever het me is.) In het begin werd er nog veel gesproken, verhalen uitgewisseld over de afgelopen weken, analyses met elkaar gedeeld, grapjes gemaakt, ge-oh-d en ge-ah-d. Zo gaat dat. Eens duidelijk is dat het praten wel vlot, kan er eindelijk gezwegen worden.
En het was goed zwijgen op de Venen. In mijn hoofd ging de wind liggen. Mijn gedachten rustig als de lege akker op een hete hoogzomerdag, net gemaaid, en nog lang niet weer aan zaaien toe.
Ik had de woestijn gevonden. Die plek van grote leegte. Al is ook dat slechts schijn.
<< Home