zaterdag, oktober 16, 2004

Dubbel


Een parkeerplaats op vrijdagavond was een godsgeschenk in mijn buurt. Ik vond er een tijdens het eerste rondje. Goed teken, dacht ik, al wist ik niet goed wat ik daar verder mee bedoelde. Welk goeds ik dacht dat me te beurt zou vallen en waarom. Zie je wel, leken ze te schreeuwen, voor het geluk geboren, zoals mijn moeder te pas en te onpas beweerde. De bevestiging van mijn levenslot in die vier lege meters. Geluk zat in kleine dingen.

Thuis was het stil. Ik hurkte voor het CD rek en zocht iets voor herfstdagen als deze. Terwijl ik Bach uit het rek haalde, was het er ineens. Ik was twee, ontdubbeld. Een plots besef, alsof elders iemand op dat eigenste moment een schakelaar van off naar on had geknipt. Het voelde niet eens raar, het was louter een vaststelling van feiten.

Er was de ik die meedraaide in de draaikolk van het leven, die dingen af moest hebben en rekeningen betaalde. En er was de ik, daar, op het parket bij de CD speler. Stiekem leefde de laatste ik het leven van de andere, kroop in haar huid en sprak haar lijnen. Een glansrol, want niemand had het in de gaten. Waar het besef plots was gekomen was het ontdubbelen zelf traag geweest. Ongemerkt traag, zoals je van je naasten ook pas ineens de sporen van het voortschrijden van de tijd ziet. In het begin was er slechts één versie geweest, maar ergens in de ontwikkeling was er een miniem verschil geslopen tussen beide kopijen en dat had zich bij elke volgende versies versterkt.

Ik keek naar de dingen die hier binnen handbereik waren. De T.V., de muziek, de boeken, de volle koelkast. Het comfort en het dak boven het hoofd. Het leken verboden vruchten met beperkte levensduur. Iemand zou de maskerade ontdekken en een einde maken aan dit warme nest. Ik stak de CD in de speler en onderdrukte visioenen van mezelf met een bord koude soep voor de neus bij het Leger des Heils. Mijn lievelingsstukje haperde en veranderde in een industriële track. Een slecht teken.

Er klonk rusteloos hondengeblaf, ongepast voor de buurt, zeker op dit uur. Ik keek uit het raam. Over de laadbak van de witte pick-up was een zeiltje gespannen met daarop een groot rood Yin Yang teken. Vier hondenkoppen staken door de ijzeren spillen naar buiten. Vooraan stond het venster op een kier om lucht te voorzien voor nog een vijfde.

Ik stopte de CD en ging naar bed. Het geblaf hield aan tot ik in slaap viel.