donderdag, september 16, 2004

Dood, Duvel en rode kool


Ik ging zitten aan het enige vrije tafeltje op het terras en bestelde een broodje. Met hummus maar zonder de rode kool, als dat kon.

Voor de deur van de brasserie ernaast stonden twee gele ziekenwagens. De aanhoudende blauwe zwaailichten onderstreepten hun ernst en dringendheid. De obers voor de deur keken elk een andere richting uit. Hun terras was leeg.

Naast me dronken drie mannen in pak Duvel. Af en toe lachten ze hard, hinnikend bijna. Daarbij stootten ze elkaar aan. Tegen de arm, op het voorhoofd. Of ze sloegen met het vlak van de hand op de tafel. Toen de serveerster bij hun tafeltje kwam zei ze iets over een hartaanval.

Twee gesluierde vrouwen hielden halt voor de deur en probeerden iets op te vangen van het gebeuren binnenin. De ober gebaarde dat ze door moesten lopen. Hier en daar hing iemand uit het raam.

***

Een klein half uur later kwam een meisje met een gele stethoscoop rond de nek naar buiten. Anderen volgden. Het meisje stak een sigaret op.

Terwijl ik de rode kool van mijn broodje schraapte, bestelden de mannen in pak hun volgend rondje Duvel.